VERKOCHT
Barbara vond
het maar niks, om tussen takken in het groen wat te zitten kwekken met de
andere vogels. Ze voelde zich bijzonder en vooral bijzonder menselijk. Vanuit
haar warme nest zag ze hen passeren.Elke dag opnieuw. En die mensen kwekten
ook, maar leuker, aangenamer, anders! Ze wilde er graag bij horen. Zo graag!
Dat ze er alles voor over had. Dus bedacht ze, dat als ze net zo deed als zij,
ze automatisch zou worden opgeslorpt in de massa. Ze maakte een kleed, met gouden bandjes en al.
Wrong zich erin. Kroop tot over de rand van het nest en verliet het pand. Met
grote moeite. Want het kleed gaf haar niet dat heerlijk lichte gevoel.
Integendeel. Ze raakte net de grond niet en wapperde met al haar macht om toch
maar verder te kunnen vliegen. Toen wist ze dat ze er nog niet bijhoorde. Ze
voelde de blikken priemen in haar rug. Tot er plots een zachte kinderhand haar
beetnam. En daar gingen ze een gangetje. Het meisje rende door de straten,
langs rivieren, over weiden... En hoewel de hand haar stevig vast had, liet Barbara
zich graag dragen. Ze was benieuwd, naar wat komen zou. Plots nam het meisje
een scherpe bocht naar rechts, liep een oprit op, ging rond het huis, en langs
de achterdeur fladderden ze naar binnen. Nog steeds hield het meisje in huis er
een stevige tred op na, naar de keuken, waar Barbara, voor ze het goed en wel
besefte,achter slot en grendel werd gezet. Een witte kooi, met dunne, gebogen
tralies, in een donkere keuken, ergens ten velde… wat nu? Barbara hoorde het
meisje bellen, met vriendjes. Of ze tijd hadden, ze had ‘de max’ gevonden. En
hopla, nog geen vijf minuten later stond Barbara met kooi en al midden op de
tafel in de belangstelling van een stuk of tien gibberende pubers. ‘Hoe komt
die nu aan dat kleed?’ ‘Waar heb je zo iets grelligs gevonden?’ ‘Bangelijk!
Maar wat is dat voor iets?’ Barbara liet haar hoofdje hangen. Dit was niet wat
zij in gedachte had. Een kleed aantrekken was het domste wat ze ooit had
bedacht! In gedachten verzonken merkte ze niet eens dat iedereen weg ging.
Behalve één jongen. Hij keek van in de deuropening naar haar. Hij glimlachte.
Kwam naar de kooi, deed het kooitje open, nam Barbara op zijn hand. ‘Deeviet is
de naam. Wat dacht je?’ Hij wees naar haar kleedje. ‘Zo val ik minder op?’
Barbara zuchtte. Deeviet trok dat vreselijke kleedje uit. Barbara schudde
opgelucht haar veren los. Dat was al een stuk beter! Deeviet vertelde
honderduit. Over wie hij was, en wie hij wilde zijn. Hoe hij dat wilde
aanpakken, zonder te veel tralalala, gewoon zichzelf zijn. Barbara luisterde
aandachtig. Zijn stem klonk als muziek in de oren. Barbara genoot en begon
zachtjes mee te fluiten op de tonen van Deeviets verhaal. Helemaal opgezogen door zijn klanken, nam zij
zijn lied over. Met prachtige tonen en hemelse klanken. Op zijn beurt geraakte
Deeviet nu helemaal in vervoering. En hij niet alleen. Ze wist met die klok van
een stem vele mensenharten voor zich te winnen. Vanaf die dag weken die twee
niet meer van elkaars zij. Tussen de mensen, helemaal zichzelf en volledig
vogelvrij!V
Geen opmerkingen:
Een reactie posten