VERKOCHT
Oh wat zat ze daar al zo lang. Zo alleen. En niets te
beleven. Akkoord, het zicht was prachtig, maar ook om jaloers op te zijn. Daar
in de verste verte leek het leuk. En mooi ook. Hoewel af en toe wat grijs en
regenachtig, maar vooral vol, veel volk. En dat zou Marie zo graag hebben.
Gezelschap. Akkoord, ze had die sterren en de warmte van de veel te grote zon.
Maar wat had je daar aan, als je helemaal alleen woonde op de maan. Ze wist
niet meer hoe lang ze daar al was, maar als het aan haar lag, was ze er zo snel
mogelijk weg.
Ondertussen tuurde tussen al dat volk kleine Mira elke avond
naar die grote ronde maan. Haar kijkers konden verder zien dan ze zelf soms zou
willen, maar dit keer kwam dat goed van pas.
Want zij zag daar op die mooie lichtbol een stipje, een
wezentje. Ze moest en ze zou dat stipje tot bij haar krijgen, want daar zo
alleen op die bol, vond Mira een beetje zielig. Dus dook Mira in haar rommelkot
en zocht en rommelde en graaide tot ze had gevonden wat haar kon helpen. Van
onder stoelen, houten planken, ballen, schopjes….haalde Mira een megagrote
lasso tevoorschijn! Ze zwaaide en zwaaide en draaide en draaide tot ze wist dat
ze die maan beet zou hebben. Ze wierp de lasso. Het duurde even voor die was
waar die moest zijn, maar het lukte! De lasso zat goed vast rond de maan en
Mira begon te trekken. Zachtjes, maar krachtig, want GROOT was ze wel, die
maan.
Helemaal daarboven voelde Marie dat er beweging kwam in de
maan. Ze wist niet wat er precies aan de hand was. Eerst was er een schok en
daarna schoof de maan beetje bij beetje op naar dat volk, helemaal naar beneden.
Ze kon haar ogen niet geloven, maar na een tijdje zette ze haar voetje op de
aardbol en keek recht in de ogen van Mira. ‘Hoi, welkom op de aarde! Je zal er
van genieten, hier tussen al dat volk. Als je wil, breng ik je naar huis ’.
Marie keek vragend naar Mira. Maar die was al verdwenen achter de eerste hoek.
Snel repte ze zich achter Mira aan. En niet veel verder, stond Mira stil voor
een mooi, groot huis. Mira belde aan. Het duurde niet lang, of de deur werd
opengedaan. ‘Hoi Tutske! Marie is eindelijk thuisgekomen’ Tutske kon zijn geluk
niet op, omhelsde de twee, trok hen gauw naar binnen. De deur ging toe, maar
voor Marie ging er een wereld open, met volk, veel volk! V
Geen opmerkingen:
Een reactie posten